Nederlandse bedrijven hebben grote moeite met de Franse markt. Een aantal heeft met de overheid een convenant gesloten om dat te doorbreken. Deel 2: Christiaens Group.
De Franse markt is chauvinistisch, uiteindelijk kiest men toch voor Franse makelij. Dat ervaren veel Nederlandse bedrijven en ze hebben moeite die Franse hegemonie te doorbreken. Met een PIB (Partnerts for International Business) willen de rijksoverheid samen met een aantal bedrijven een voet tussen de deur krijgen. De Nederlandse overheid heeft de rol van oliemannetje bij de Franse overheid. Overheden praten nu eenmaal makkelijker met elkaar. Als dat lukt, dan moet het balletje voor de Nederlandse milieu-export gaan rollen. Vanzelf gaat dat niet, maar het werkt wel. Dat is de ervaring van Frank Geerts van de Christiaens Group. “Bijna twee jaar doen we nu mee met de PIB Canada en onze ervaringen zijn positief. Je hebt er niet meteen handel van, maar hoe meer aandacht, hoe meer aandacht, hoe beter het gaat."
De Christiaens Group ontwerpt en bouwt composteer- en vergistingsinstallaries voor organisch afval. is. In Canada staan inmiddels zeven installaties. In Frankrijk nog maar twee: in Lille en Lorient. Nu de markt in Frankrijk voor afvalverwerking en biogas in ontwikkeling lijkt te komen wil Geerts erbij zijn. Hij ziet in de PIB ook het voordeel dat bedrijven daarin kunnen samenwerken. "Ik ben groot voorstander van een gezamenlijke Nederlandse afvalvertegenwoordiging in het buitenland. We zullen samen moeten werken als we iets willen uitdragen naar de rest van de wereld. Samen staan we in het buitenland sterker, en daar is zo’n PIB een goed hulpmiddel bij. Ook voor Frankrijk. Wij zijn daar al jaren actief, zelfs met een agent, maar we merken toch dat ook dan de Franse markt moeilijk toegankelijk is.”
In december zal Geerts aan het Holland paviljoen op de Pollutec deelnemen, de Franse vakbeurs voor milieutechnologie in Lyon. Het paviljoen deelt hij met zes andere PIB-deelnemers.